**   HOOFDSTUK NEGEN  **

 

 

" Mijiri'Hi Tuana? Mijiri'Hi Dragissa? Is dat wat Emei'Ya heeft gezegd?" Nahal trekt zijn wenkbrauwen op en kijkt Yuna aan. " Dit is verbazingwekkend! Dit is....wat is er gebeurd?" Yuna kijkt Nahal aan en kijkt vervolgens naar de lange jongen die op het bed ligt. Hij beweegt onrustig en Yuna weet dat hij droomt. " De Tekenen zijn duidelijk, Oude Wijze. Alex Esva is de Erfgenaam. Daarover bestaat geen enkele twijfel meer. Maar zijn roekeloosheid heeft er misschien wel voor gezorgd dat de Duisteren weten dat hij leeft en bestaat. Die Draak vroeg hem om een naam, Oude Wijze. Een Draak zocht hem en vondt hem en vroeg hem om een naam. Hoe lang is het geleden dat een Draak zich op die manier heeft verbonden met een Ridder van de Orde?" Nahal haalt zijn schouders op. " Ik kan mij de laatste maal niet eens meer herinneren, Yuna, maar wij leven in zeer vreemde tijden! Dit, wat de jongen nu gedaan heeft, zal niet zonder gevolgen blijven. Hij was roekeloos!" " Nee, Nahal, dat was hij niet," zegt Yuna en Tarhaï knikt instemmend. " Hij vocht omdat hij zijn erfenis geaccepteerd heeft, Nahal. Niet omdat hij wil vechten maar omdat hij een eind wil maken aan de strijd!" " De jongen is geen krijger," zegt Nahal. " Maar wat ik wel weet is dat hij zijn hart en zijn ziel in de strijd zal leggen. Zijn ogen zullen personen naar hem toe trekken en zijn woorden zullen mensen weten te overtuigen! En met de opleiding die wij hem zullen geven zal hij een krijger worden. Dan pas...en niet eerder, zal hij een krijger zijn en de zaken eigenhandig recht kunnen zetten." De Elf kijkt naar de jongen en glimlacht. " Maar hij is even vurig als Amsir. Daarover bestaat geen enkele twijfel. Zijn daden komen sterk met de daden van Amsir overeen. Zijn kracht....zijn kracht is bijna gelijk als aan de kracht van zijn grootvader, Anodeas." Tarhaï kijkt Nahal lang aan. " Als zijn kracht gelijk is aan die van de Heilige Draak dan is zijn leven eveneens gelijk aan dat van de Heilige Draak, Nahal. Zal hij onze pijn in het leven delen? Is hij, net als wij Ithani, niet gevoelig voor de Tanden van de Tijd?" Nahal haalt zijn schouders op. " Daar weet ik geen antwoord op, tenminste nog niet. Maar wat ik wel weet is dat hij zal moeten leren met de Magie in zijn bloed om te gaan of gedoemd zijn te sterven. Dat is de manier waarop de Goden omgaan met hen die te zwak zijn om om te gaan met de werelden en de Gave!" " Genoeg!" zegt Tarhaï woedend en Nahal kijkt haar aan terwijl er iets in zijn ogen fonkelt. Hij glimlacht, buigt zijn hoofd en knikt. " Nu zie ik het," zegt hij. " Alex Esva zal niet sterven, Nahal!" bijt Tarhaï hem toe. " Hij mag niet sterven! Ik zal naar de Godenwereld en naar de Hellen zelf reizen als ik het daarmee kan verhinderen! Ik....." Nahal knikt opnieuw. " Hij bevindt zich in jouw hart, nietwaar?" vraagt hij. " Jij hebt gevoelens voor hem." Tarhaï sluit haar ogen en draait haar hoofd weg. " Ik....ik weet het niet, Nahal. Ik weet mij geen raad met de gevoelens die mij op dit moment overspoelen als een vloedgolf. Ik heb dit nog nooit eerder gevoeld en ik vrees de waarheid." " Wat is de waarheid, Tarhaï?" vraagt Nahal. " Alleen jij kan op die vraag werkelijk een antwoord geven. Alleen jij en niemand anders. Maar laat ik jou dit advies geven. Volg jouw hart! Als jij achter jouw hart staat zal niemand jou daar op aan kunnen spreken en zal niemand jou iets kunnen verwijten." Tarhaï kijkt Nahal aan en in haar goudkleurige ogen wellen tranen op. " Ik heb gevoelens voor een jirytanuoi, Nahal. Ik ken hem niet en ik weet niet wie hij is maar mijn hart is eenzaam als ik niet bij hem in de buurt ben. Ik wil hem leren kennen en ik wil hem bij mij in de buurt hebben als ik mij alleen voel. Is dit....is dit fout?" Nahal kijkt haar lang aan. " Alex Esva," zegt hij. " Hij redde mij het leven, Nahal. Niet omdat hij toevallig in de buurt was maar omdat hij ons wilde beschermen." " Zijn strijd is begonnen, Tarhaï," zegt Nahal. " Niet wie in een veldslag duizend maal duizend man overwint, maar wie één man, namenlijk zichzelf, overwint is de grootste overwinnaar. Alex Esva's strijd zal een aanvang vinden en de eerste strijd die hij zal moeten leveren is met de DrakenMagie die vrij door zijn lichaam vloeit. Als hij die heeft overwonnen en ermee om weet te gaan zal hij de volgende strijd, de strijd met de Duisternis aan kunnen gaan. Mogen de Goden het verkomen maar er zullen vele levens verloren gaan." De Elf zucht en gaat zitten. " Wat jouw gevoelens jegens Alex Esva kan ik jou slechts een enkele vraag stellen, Tarhaï. Weet jij zeker dat jij liefde voelt voor een Jirytanuoi?" Tarhaï heft haar hoofd op en kijkt Nahal fel aan.

" Hij is geen Jirytanuoi, Nahal! Hij is Alex Esva, Xittaan en iemand die bereid is zijn leven te geven in de strijd tegen hetgene wat Xit bedreigt! Mijn steun krijgt hij en heeft hij, of jij het nu goedkeurt of niet!" Tarhaï draait zich om en loop weg, Nahal enigzins verbijsterd achterlatend. De Elf kijkt naar de jongen die op het bed ligt en zucht. " Wel, Alex Esva," zegt hij. " Het lijkt erop dat jij jouw lot hebt geaccepteerd. De Heilige Regalia die jij draagt zal jou bijstaan. Ik hoop alleen dat wij op tijd zijn geweest. Jouw strijd zal nu pas een aanvang vinden, jongen." De Elf glimlacht en kijkt naar Alex die met zijn hoofd draait en kreunt. " De Dromen zullen jou angstig maken, jonge Esva, maar leer van hen en leer van wat er zich aan wetenschap in jou hoofd heeft genesteld. Vergeet jouw angsten en vergeet wat jij weet of denkt te weten. Leer van wat de magie jou laat zien en voelen en wordt de man die wij allen hopen dat jij zult zijn. Wij hebben jou nodig!" Nahal legt een hand op de schouder van de jongen en sluit zijn ogen. " Jij lijkt zoveel op jouw vader en moeder, Alex Esva. Meer dan jij weet. Maar wij zijn op tijd. De Gave openbaart zich nu evenals de Magie die al jaren in jou bloed heeft gesluimerd. Ik wou dat ik jou kon garranderen dat het makkelijk zal zijn." " Nahal..." zegt de jongen schors. " Ik ben hier, Amsir," zegt Nahal. De jongen slaat zijn ogen open. " Is het...het gelukt?" Nahal glimlacht en knikt. " Het is gelukt, Amsir. Jouw zoon heeft de wetenschap ontvangen die jij voor hem hebt achtergelaten. Het zal tijd kosten voor hem om alles in het juiste perspectief te zien, maar het zal hem lukken." " Dan rest mij niets meer hier op de werelden?" Nahal glimlacht opnieuw. " Rust in vrede, mijn vriend. Jij hebt gedaan wat jij moest doen." - Jouw taken op de vier werelden zijn ten einde, mijn broer,- zegt een zachte stem. Nahal draait zich om en glimlacht. " Alida," zegt hij. De vrouw in het witte doorschijnende gewaad glimlacht en de vreemde gloed die haar omgeeft verdwijnt. " Mijn neef is een persoon die het moeilijk heeft," zegt zij. Nahal knikt. " Hij maakt zich veel zorgen, Alida. Over zijn tweede zuster en zijn tweede moeder." " Xa'Andra zal hem vinden, Nahal," zegt de Godin. " Dan kan het maar beter snel zijn. De Drakenmagie roert zich nu al in hem. Als Amsir niet naar de Duizend Sterren wil dan zullen de gevolgen vernietigend zijn voor de vier werelden! De jongen is sterk. Sterker dan ik had durven hopen. Maar sterkte alleen zal niet voldoende zijn. Amsir zal hem moeten laten doen wat hij moet doen en zich niet moeten vastklampen aan zijn zoon!" " Alex is de enige die Amsir dat kan duidelijk maken, Nahal." " Alex Esva weet het van zijn tweede moeder, Alida. Dat brengt Marion in gevaar." " Wat weet hij, Nahal? Dat Marion de Beschermvrouwe is van het Kristal? Als hij het weet dan is het omdat hij het moet weten. De Duistere zal het misschien te weten komen, maar ik twijfel er niet aan dat de jongen krachtig genoeg is om ook de Duistere te stoppen! Ik geef toe dat het veel tijd en veel training zal vergen om hem gereed te laten zijn voor de laatste strijd, maar hij zal gereed zijn." Nahal zucht diep. " Ik zal hem opleiden, Alida, dat beloof ik jou. Niet omdat ik het wil, maar omdat hij Amsir's zoon is. Ik heb Amsir beloofd over zijn kind te waken en dat is hetgeen wat ik zal doen. Xa'Andra zal weten dat haar zoon in goede handen is." De Godin kijkt Nahal aan en zweeft vervolgens naar het bed toe waar Alex Esva ligt. Nahal volgt haar met een bezorgde blik. " Wees niet bezorgt, Nahal," zegt de Godin en zij kijkt glimlachend om. " Ik help het Lot alleen een handje." Sheilari opent haar handen en legt deze op de slapen van Alex Esva die onrustig met zijn hoofd draait. De jongen wordt onmiddellijk rustig en ontspant zich zichtbaar.

- Herinner jou, Alex Esva!- galmt Sheilari's stem. - En keer naar huis Amsir Esva. Jouw zoon heeft nog een lange weg te gaan. Jouw tijd aan Deze Zijde is voorbij. Kom naar huis en laat jouw zoon doen wat hij moet doen. Geef hem jouw wetenschap en laat hem doen wat hij moet doen.- Excalibur gloeit fel op en een schim komt eruit te voorschijn. Nahal knippert verrast met zijn ogen en glimalcht vervolgens. " Amsir," zegt hij. De schim kijkt Nahal aan en glimlacht. - Mijn vriend,- klinkt zijn stem. - De tijd van wachten is nu voorbij. De strijd zal een aanvang vinden. Velen zullen sterven maar daarvoor zullen velen het geschenk van het Leven ontvangen en mogen blijven hopen op hetgene waar de DrakenGordel voor staat. Mijn zoon zal de bewoners van de DrakenGordel achter zich scharen en hen herenigen zoals het voorbestemd was. De krachten van de vier Stenen der Wijsheid, de Per'L'Inda's zullen de zijne zijn. Ik wil jou dit vragen, mijn vriend. Onderwijs mijn zoon en leer hem wat hij moet weten zodat hij zal slagen in hetgene waar ik in gefaald heb.- Nahal buigt zijn hoofd. " Ik...ik kan het niet, Amsir," zegt hij. " Ik heb gefaald. Jij stierf voordat ik klaar was met jouw opleiding. Ik heb gefaald." - Dat heb jij niet, Nahal,- zegt Amsir. - Jij wist dat er risiko's waren en jij hebt geprobeerd ze te overwinnen. Nu zul jij de kans krijgen de risiko's opnieuw te nemen en de zaken recht te zetten. Mijn zoon beschikt over meer krachten dan zich nu geopenbaard hebben. Hij is mijn zoon maar tevens de zoon van Xa'Andra, de Godin van de Winden. Hij is, evenals als ik, een HalfGod. Maar daarnaast is hij ook een Ridder van de Orde van de Draak. Vergeet dat niet. De Winden zijn zijn zusters en daarnaast zijn ook de Draken zijn sterk aan hem verwant. Zij vullen hem volgen als hij dat aan hen vraagt.- Nahal kijkt zijn vriend aan en er verschijnt een fonkeling in zijn ogen. Vervolgens slaat hij zijn hand tegen zijn voorhoofd. " Natuurlijk!" zegt hij luid. " De Draken! Hoe heb ik zo stom kunnen zijn daar niet aan te denken?" Nahal kijkt Amsir aan. " Ik dank jou, mijn vriend. Jij hebt mij de oplossing gegeven die ik zocht. Jouw zoon zal gereed zijn voor de Laatste Strijd, dat beloof ik jou en dat zweer ik jou."

Amsir knikt en glimlacht. - Dan weet ik dat hij in goede handen is, Nahal K'Ata-Nahan. Het ga jou goed, mijn oude vriend. Ik hoop vurig dat ik jou ooit weer zal zien." Nahal glimlacht. " Wij zullen elkaar weer zien, mijn vriend, dat is iets wat zeker is. Alleen niet aan Deze Zijde." Amsir knikt en begint te vervagen. Sheilari buigt zich over Alex Esva heen en kust de jongen op het voorhoofd. " Ontwaak, Alex Esva. Ontwaak en weet welke krachten er zich in jouw geest bevinden. Herinner jou welke krachten jij bezit en accepteer ze!"

Alex opent zijn ogen en voelt een tinteling door zijn lichaam trekken. Het gevoel is prettig en de jongen draait zijn hoofd opzij en kijkt recht in de ogen van Nahal en Sheilari. Alex fronst. " Wat is er?" vraagt hij. Zijn stem klinkt schor en ruw en Alex slikt. " Ik ben blij dat jij weer onder de levenden bent, jonge Esva," zegt Nahal. Alex sluit zijn ogen weer omdat het licht dat zich vanaf de fakkels door de kamer verspreidt pijn doet aan zijn ogen. " Praeltr," zegt hij. " Ik ben in Praeltr. De stad van de S'Dei'Uad-Ra." Nahal's ogen worden even groot en hij glimlacht vervolgens en knikt. " Heel goed, Alex. Kun jij jou herinneren wat er gebeurt is?" Yuna snuift minachtend en kijkt Nahal fel aan. De Elf negeert haar. " Waarom vraag jij naar de antwoorden die jij al weet, Nahal?" vraagt Yuna fel. " Wat is het doel van dit spelletje?" Nahal kijkt Yuna fel aan maar Yuna heft haar kin op en kijkt fel en uitdagend terug. " Ik vrees jou niet, Nahal! Oude Wijze of niet, ik heb een belofte gedaan en die belofte zal ik inlossen met mijn leven! Zeg mij wat er aan de hand is!" Nahal zucht en gaat op een stoel zitten en schenkt zichzelf een beker met honingwijn in. " Amsir heeft zijn krachten aan de jongen gegeven. Dat is de bevestiging dat de jongen Amsir's rechtmatige Erfgenaam is. Maar tevens kan dat Alex Esva's ondergang zijn. De jongen is niet gereed!" " Hij is gereed!" bijt Yuna Nahal toe. " Hij gebruikte de Gave in zijn bloed zonder dat iemand hem ooit lessen heeft gegeven! De Winden omringden hem alsof hij er een van hen was. De Draak vond hem, zocht hem op! Wat voor bewijzewn wil jij nog meer, Nahal? Moet hij Yaxatl's hoofd hier op een zilveren schaal neerleggen voordat jij overtuigd bent dat Alex Esva de Erfgenaam is?" " Nee," zegt Nahal zacht. " Waarom twijfel jij, Nahal?" vraagt Yuna. Nahal kijkt de vrouw aan en sluit vervolgens zuchtend zijn ogen. " Ik vrees voor het leven van de zoon van mijn vriend," zegt hij. " De Voorspellingen van het Orakel..." " Die, zoals jij ze noemt, voorspellingen liggen niet vast, Nahal. Het zijn dingen die misschien kunnen gebeuren! Niets in het leven ligt vast! Alles kan met het verstrijken van enkele luttele momenten veranderen! Denk jij dat de Xittanen, die gestorven zijn toen de Rasteks aanvielen, er op waren voorbereid dat zij zouden gaan sterven? Nee, dat waren zij niet! Zij waren netzomin voorbereid als dat de toekomst al vast ligt! Zij vochten en stierven, maar omdat zij niet wisten wat er zou gaan gebeuren konden zij de strijd nog aan gaan! Als men een keuze heeft tussen vechten en sterven dan zal men moeten vechten omdat er alleen op die manier nog kans is op overleven!"

 

 

KLIK HIER OM TERUG TE GAAN NAAR DE STARTPAGINA

 

KLIK HIER OM TERUG TE GAAN NAAR DE INHOUDSOPGAVE

 

Klik hier om naar hoofdstuk 10 te gaan