** HOOFDSTUK 7 **
Nahal drentelt heen en weer terwijl hij inzichzelf loopt te mompelen en Sirhaï kijkt hem fronsend aan. " Nahal!" zegt zij vervolgens streng. " Ga zitten en houdt in Sheilari's naam op met dat zenuwachtige gedoe!" Nahal blijft abrupt staan en kijkt zijn vrouw aan. " Dit was niet wat ik verwachtte, Sirhaï," zegt hij. " Dit had ik echt niet verwacht! De Winden? Die Draak? Die vrouw, Sirhaï! Wij weten beide wie die vrouw was!" Sirhaï knikt rustig en loopt naar de tafel waarop een blad met bekers staat en een karaf. " Ik herkende Alida ook, Nahal. De Dochter van de Heilige Draak, de Godin van de Duizend Sterren. Ja, ik herkende haar." Nahal kijkt zijn vrouw verbijsterd aan en schudt vervolgens zijn hoofd. " Hoe lang hebben wij niet gewacht op dit moment, Sirhaï? En nu het moment eindelijk is gekomen...maak ik mij alleen maar zorgen over de toekomst." " Niet alles loopt zoals jij het voorspelt hebt, mijn lief," zegt Sirhaï. " Ik had rekening moeten houden met alle mogelijkheden!" zegt Nahal fel en hij zucht vervolgens diep. " Het spijt mij. Ik....ik erger mij aan het feit dat dit alles te snel gebeurt. De jongen had eerst opgeleid moeten worden. Wij weten beiden hoe groot de verleiding van de Duisternis is voor een jonge Ridder van de Orde van de Draak. Het verergert de zaak alleen maar dat Alex Esva niet alleen een Ridder van de Orde van de Draak is maar ook de Erfgenaam." Sarb staat met zijn armen overelkaar geslagen tegen een muur aangeleunt en staart met getuite lippen naar Nahal zonder de Elf te zien. Nahal kijkt naar hem en fronst. " Wat is er, Sarb?" vraagt hij. Sarb lijkt op te schrikken. " Vergeef mij, Elf....Nahal. Ik....ik probeer er achter te komen welke verklaring ik kan geven aan hetgene wat ik gezien heb, maar dat lukt mij niet. Alex is mijn vriend, maar wat ik zag....ik wist niet dat hij tot zulke dingen in staat was. " Nahal loopt op de Mog-Ur af. " Begrijp jij wat er gebeurt is, Sarb?" Sarb haalt diep adem en knikt vervolgens. " Ja, Elf. Ik begrijp wat er gebeurt is. Alex is degene waar het zwaard op heeft gewacht, anders zou het zwaard daar nu nog zijn waar het in het begin was, in de steen. Ik heb de winden gezien en......," Sarb zucht en kijkt naar Enimara. " Alex is niet meer degene die wij kennen, ofwel, Kleine?" Enimara glimlacht. " Niemand van ons is meer dezelfde, Sarb. Wat er gebeurt is is al sinds eonen voorspelt geweest. Nu is de tijd daar dat de voorspellingen waarheid en werkelijkheid worden. Het zal zijn sporen nalaten in iedereen en door het gehele universum. Alex is nog steeds Alex, maar hij heeft nu een taak die hij niet alleen zal kunnen volbrengen. Hij zal onze hulp nodig hebben, Sarb. Ik weet niet wat jij zal beslissen, maar ik zal Alex helpen op elke manier die nodig is." Sarb knikt en recht zijn schouders. " Alex zal de Rasteks gaan bestrijden en daarmee ook degene die de Rasteks leidt, dat is iets waar ik hem bij zal helpen. Aldoende zal ik de antwoorden vinden op mijn eigen vragen. Ik help hem eveneens. Hij is mijn vriend. Als ik door hem te helpen antwoorden kan krijgen op mijn eigen vragen dan is dat mooi meegenomen." " Het zal geen gemakkelijke taak worden, Sarb," zegt Nahal. " De Duisternis is geen vijand die jij moet onderschatten. Er zijn krachten in het spel die menig persoon de nekharen overeind zullen doen komen! Heb jij enig idee wat er tjdens het Zwaardritueel gebeurd is, Sarb?" De Mog-Ur schudt zijn hoofd. " Nee, Nahal, ik heb geen enkel idee. Wat ik gezien heb is dat de Winden zich toonden en dat Alex een zwaard uit een rotsblok heeft getrokken. Alex sprak met een persoon die niemand van ons kon zien en ik denk dat Alex op dat moment Alex niet was, maar iemand anders." Nahal knikt. " Jij hebt gelijk. Alex was Amsir Esva. Hij was zijn bloedeigen vader!" Sarb kijkt de Elf onderzoekend aan. " Amsir leefde miljoenen Jartrons geleden, Elf. Sprak hij door Magie in deze tijd? Sprak hij via de Magie door de Tijden heen?" Nahal knikt. " Amsir is vermoord door de Duistere, Sarb. Voordat hij goed en wel de kans kreeg om zijn taak de volbrengen werd Amsir op een laffe wijze gedood door de persoon die zijn schoonvader zou worden! Amsir was een voorzichtig en een wijs man. Hij was de zoon van de Heilige Draak en zelfs de Goden behandelden hem met het grootste respect. Zijn dood deed de werelden trillen op hun grondvetsen en het dreef de DrakenGordel ver uiteen. Vier werelden die ooit samen een Keizerrijk vormden werden van elkaar losgescheurd en de geheimen en kracht die op die werelden verborgen lagen gingen verloren. Ik heb het zien gebeuren. De plek waar wij nu zijn was ooit het middelpunt van de DrakenGordel. Wat nu nog slechts een bouwval is was ooit een paleis, een stad die schitterde als een ster in een donkere nacht." Nahal zucht en laat zijn hoofd hangen. " Sinds die tijd vraag ik mij elke dag af wat ik had kunnen doen om het te verhinderen. Ik ben tot de conclussie gekomen dat ik fouten heb gemaakt en dat zal mij geen tweede maal gebeuren! Alex Esva is de Erfgenaam en ik zal zijn opleiding voltooien zodat hij de kans krijgt om de zaken, samen met mij, recht te zetten!" Sarb kijkt de Elf lang en bedenkelijk aan. " Het is dus persoonlijk?" vraagt hij dan. Nahal schudt zijn hoofd, knikt en haalt zijn schouders op. " Ik weet het niet, Sarb. Er spelen persoonlijke zaken mee, maar er is meer. Er is al sinds miljoenen jaren oorlog tussen de Goden onderling en tussen de stervelijken onderling, deze oorlog zal zowel stervelijken als de Goden vragen om een kant te kiezen. Deze oorlog zal iedereen treffen en iedereen zal zijn aandeel moeten leveren omdat het anders zijn of haar leven zal nemen! Dit is een Oorlog voor het Bestaan of voor de Hellen! Ik heb lang gebeden en de Goden gevraagd om deze waanzin te stoppen, maar uiteindelijk zag ik in dat zelfs de Goden geen keuze hebben." Sarb glimlacht bitter. " Zelfs de Goden hebben een Keuze, Nahal. Er is altijd een keuze die gemaakt kan worden, al lijkt de situatie nog zo hopeloos! De Goden zij de Goden. Zij hebben de Werelden geschapen en zij hebben ons het Leven gegeven! Ik weiger te geloven dat zelfs zij geen keuze hebben! Zij durven geen keuze te maken omdat zij de uiteindelijke uitkomst vrezen!" Nahal kijkt Sarb lang aan en zucht diep. " Jij hebt gelijk, Sarb," zegt hij dan zacht. " Nu de Erfgenaam zijn plaats in het Spel der Goden heeft ingenomen zal de strijd een wending gaan nemen. Wat wij zagen tijdens het Zwaardritueel was......iets waar ik geen rekening mee had gehouden. Alida...Sheilari, de Godin van de Duizend Sterren heeft haar keuze gemaakt en ik weet niet welke gevolgen dat zal hebben voor haar. Wat belangerijk is is dat Alex Esva een gedeelte van zijn Erfenis heeft ontvangen en nu een van de Heilige Regalia in zijn bezit heeft." Sarb trekt zijn wenkbrauwen op. " Heilige Regalia?" Nahal knikt. " De Wapens van de Goden, Sarb. Wapens gesmeed door de Goden, voor de Goden. Excalibur is een van de oudste Heilige Regalia. De kracht van het wapen is nooit tot uiting gekomen, maar wat wel bekend is dat diens drager vrijwel onoverwinnelijk zal zijn." " Als dat zwaard voor de Goden is gesmeed, Elf, hoe komt het dan dat Alex het wapen uit de steen heeft weten te trekken?" " Omdat Alex Esva de Erfgenaam is," antwoordt Nahal. " Alex Esva is de zoon van Amsir, De Draak, Esva, keizer van de DrakenGordel! Alex's bloed bevat het Bloed van de Goden! Zijn vader was de Keizer en zijn moeder is een Godin!" Sarb trekt zijn wenkbrauwen op. " Dus Alex is een HalfGod? Is dat wat jij probeert te zeggen?" Nahal knikt. " Alex Esva is een HalfGod. Zijn bloed bevat een Magie die al sinds eeuwen niet meer gezien is! Jullie hebben het gezien! De Winden omringden hem als ware hij een van hen. De vrouw die jullie zagen....zij..." Nahal schudt zijn hoofd. " Zij leeft nog. De Godin van de Winden. Xa'Andra. Zij leeft nog en zij is op Xit!" Sarb fronst en kijkt naar Enimara die hem aankijkt. " De vrouw in het Zevende District," zegt zij. Sarb knikt. " De gelijkenis is groot, Kleine. Als zij het was...dan..." Nahal kijkt Sarb en Enimara aan. " Jullie hebben haar gezien? Hier op Xit?" Enimara knikt. " In het Zevende District. Zij...zij waarschuwde Alex. Zei hem naar Praeltr te gaan." " Praeltr," zegt Nahal. " Dat is een naam die ik al heel erg lang niet meer heb gehoord. Ik dacht dat die naam vergeten was." Nahal kijkt Sarb aan. " Zwart haar, groene ogen, vrij lang?" " Zo zag zij eruit, ja." Nahal knikt langzaam. " Xa'Andra. Amsir's vrouw!" Nahal zucht. " Dit is ernstiger dan ik dacht. Zij weet het. Zij weet dat Alex haar...." De Elf zwijgt abrupt. " Zij weet wat?" vraagt Sarb doordringen en hij grijpt de Elf bij de arm als deze weg wil lopen. " Jij kunt maar beter antwoorden gaan geven, Elf! Mijn geduld begint op te raken!" Enimara legt een hand op Sarb's arm. " Sarb, laat het rusten." Sarb kijkt Enimara verbaast aan en fronst vervolgens diep terwijl hij Nahal loslaat. " Ik wil later antwoorden op mijn vragen, Elf!" Nahal knikt. " En antwoorden zul jij krijgen, Sarb, zoon van Antar. En ook jij Enimara, dochter van Ara!" Enimara knikt en neemt Sarb met zich mee.
" Het is te vroeg, Oude Wijze," zegt iemand en Nahal draait zich om. " Volgens wie is het te vroeg, Yuna?" Een lange vrouw stapt uit de schaduwen naar voren. Zij is gekleed in een strak kort harnas en op haar rug zijn twee zwaarden zichtbaar. Haar groene ogen fonkelen in het zwakke licht en haar lange krullende zwarte haren zijn op een staart gebonden. " Het Orakel vindt het te vroeg. De Goden beginnen hun strijd nu de Erfgenaam zijn plaats heeft ingenomen, maar de werelden van de DrakenGordel zijn niet gereed om hem te accepteren!" Nahal glimlacht dreigend. " Na vijfenzestig miljoen jaar hebben de werelden geen andere keuze dan hem te accepteren, Yuna! De tijd van het wachten is voorbij. Wij hebben ons jaren lang verborgen en terughoudend afgewacht! Nu is het tijd dat wij een standpunt innemen! Dat wij het Lot naar onze hand gaan zetten!" De Heilige Regalia zullen eens te meer gedragen en gebruikt worden! Het Orakel kan het er mee eens zijn of niet, de tijd is daar!" " De Erfgenaam is niet gereed, Oude Wijze en dat weet u net zo goed als ik! Misschien zelfs beter! Zijn krachten hebben zich niet eens getoond! Niemand kent zijn ware kracht!" Nahal tuit zijn lippen. " Hij is de Erfgenaam en hij is een Esva! meer is er niet nodig om te weten! Ik zal hem opleiden en ik zal hem behoeden voor de fouten die zijn vader het leven hebben gekost!" " Zijn vader werd gedood door de Duistere!" zegt Yuna. " Is de jongen gereed om de Duistere tegemoet te treden en het te overleven?" Nahal glimlacht. " Jij hebt gezien wat wij allen hebben gezien, Yuna! De Winden en de Godin van de Winden! Zij staan aan zijn zijde! De Goden zullen een kant kiezen en de Strijd zal een aanvang vinden! Na Miljoenen jaren zal er een einde komen aan de ruzie tussen de Goden en de Erfgenaam zal hen de ogen openen!" Yuna sluit haar ogen. " Ik hoop dat u gelijk heeft, Oude Wijze," zegt zij. " Ik hoop het met heel mijn hart! Maar de strijd zal veel van ons eisen! Mijn zuster en ik zullen ons bij de Erfgenaam voegen en over hem waken." Nahal knikt. " Ik dank jou, Yuna. Maar blijf op de achtergrond." Yuna buigt haar hoofd en verdwijnt weer in de schaduwen. Nahal haalt diep adem en kijkt omhoog. " Jouw zoon is tot mij gekomen, Amsir, mijn oude vriend. De Winden zijn zijn zusters en zijn kracht is groter dan de jouwe. Zijn Erfenis zal hem een gelijke maken aan degene die wij al sinds eeuwen bestrijden! Ik smeek jou over hem te waken en hem bij te staan in zijn keuzes." Nahal glimlacht. " Hij blijft tenslotte een Esva en ik kan mij niet voorstellen dat hij minder koppig is dan jij, mijn vriend." Nahal schudt zijn hoofd en verlaat de ruimte.
Alex weet niet waar hij zich bevindt. Zijn handen schrijnen en zijn hoofd bonkt en de jongen heeft het gevoel dat iemand zijn schedel bewerkt met een hamer. " Blijf stil liggen!" klinkt een heldere stem van dichtbij. Alex opent zijn ogen en sluit ze meteen weer als hij de kamer rond ziet draaien. " Bij de Goden!" hijgt hij. " Wat...wat is er met mij gebeurt?" Een koele vochtige doek wordt op zijn voorhoofd gedrukt en Alex ontspant zich. " Jij bent een vreemd persoon, Alex Esva. Niemand verwachtte te zien wat er tijdens het ZwaardRitueel gebeurde!" Alex ziet beelden voor zijn ogen voorbij schieten. Beelden van duizenden soldaten die een gruwelijke dood sterven, gespiest worden op houten staken en verslonden worden door paars vuur. " Dat was nog niets," zegt de jongen zacht. " Jij zult jouw gedachten moeten leren uitspreken, Alex Esva. Jij zult moeten leren te zeggen wat jij denkt omdat jij duizenden zult aanvoeren in de komende strijd!" " Huh?" zegt Alex verbijsterd. " Pardon? Ik?" " Natuurlijk," klinkt het. " Jij bent de Erfgenaam." " De Erfgenaam van wat? Een verloren keizerrijk? Nee dank je. ik heb het te druk...of ga het te druk krijgen, met het verdrijven van de Rasteks!" Opnieuw schieten er beelden voor Alex's ogen langs en dit maal ziet hij een zwaard in zijn eigen lichaam dringen en hij hoort iemand het uitschreeuwen. Hij kijkt opzij en tot zijn grote verbazing ziet hij dezelfde vrouw als in het Zevende District. De vrouw die hem vertelde naar Praeltr te gaan. " Xa'Andra!" zegt hij. " Wat gebeurt er, in de naam van de Duizend Sterren, met mij?" De jongen kijkt opzij naar de jonge vrouw die aan zijn zijde zit en hem bezorgt aankijkt. " Waar...waar ben ik?" vraagt Alex en zijn stem klinkt schor en raspend. " Jij bent in Praeltr, Alex Esva." Alex kreunt en voelt zijn slapen bonken. " De Tempelstad? Hoe....?" " Zeg niets meer en probeer te slapen," klinkt het. " Jij bent een vreemde Yiritanuoi, Alex Esva. Jij trekt personen naar jou toe zonder dat zij jou kennen." " Ik...? Ik weet verdomme niet eens wat er allemaal gebeurt is.....? Hoe heet jij?" " Mijn naam is Tarhaï K'Ata-Nahan. Ik ben de zuster van Sirhaï K'Ata-Nahan." " De zuster van Nahal's vrouw," zegt Alex. " Jij was nog een kind toen ik...toen mijn vader werd vermoord!" Tarhaï glimlacht en knikt. " Dat klopt. Ik was nog een kind. Wij Ithani zijn niet gevoelig voor de tanden van de tijd. Tenminste, niet zoals jullie Yiritanuoi." Alex schudt zijn hoofd. " Stervelijken? Ik heb een hekel aan dat woord. Ik ben niet beter dan jullie en jullie zijn niet beter dan ik of mijn vrienden. Het woord Yiritanuoi is een vooroordeel dat ontstaan is door een vergissing die de DrakenGorden uiteen heeft doen drijven!" Alex schudt verwart zijn hoofd. " Hoe weet ik dat allemaal?" vraagt hij verbaast." Zijn hand glijdt naar zijn riem en hij zucht teleurgesteld als hij zijn buidel nergens kan vinden. " Zoek jij dit?" vraagt Tarhaï met een glimlach en zij houdt een buidel omhoog. Alex glimlacht en steekt zijn hand naar de buidel uit. Hij draait zijn hand om en kijkt naar de palm met grote ogen. " Wat in de Naam van de Duizend Sterren?" Een wond is zichtbaar in de palm van zijn hand en als de jongen er beter naar kijkt kan hij er de contouren van een Draak in ontdekken. Meteen draait Alex zijn andere hand met de palm naar boven. Ook daar is dezelfde wond te zien en Alex kijkt Tarhaï aan. " Wat...wat is dit?" vraagt hij. Zonder op antwoord te wachten slaat hij de deken terug en staat op. Hij wankelt even en grijpt zich vast aan de muur. De wereld draait razendsnel rond en een golf van misselijkheid overspoelt hem. Hij zakt terug op het bed en blijft hijgend zitten. " Ik denk dat het verstandiger is als ik nog even blijf liggen," zegt hij. Tarhaï glimlacht en staat op. " Hier," zegt zij en zij geeft Alex de buidel. Vervolgens loopt zij naar een tafel toe waarop een grote karaf met water staat en zij schenkt een beker vol. Alex begint een sigaret te rollen en ondertussen gieren er tientallen vragen door zijn hoofd. " Vervloekt!" roept hij dan. " Ik kan niet eens meer helder na denken! Wat heeft die ouwe met mij gedaan?" " Wie noem jij hier ouwe?" klinkt het. Alex kijkt opzij en ziet Nahal staan. De jongen grijnst. " Is hij altijd zo snel op zijn teentjes getrapt?" vraagt hij aan Tarhaï. Tarhaï buigt haar hoofd om te verbergen dat zij glimlacht en Nahal kijkt haar bestraffend aan. " Ik ben blij te zien dat het goed gaat met de jonge Esva," zegt Nahal. " Jij hebt in iedergeval jouw praatjes nog!" " Jij lijkt daar niet blij mee te zijn, Nahal," zegt Alex en hij steekt de sigaret tussen zijn lippen. Hij pakt de kaars die op de tafel staat en steekt daarmee zijn sigaret op. " Maar ik heb wel een paar vragen voor jou, Elf," vervolgt de jongen en hij zet de kaars terug. Tarhaï pakt zijn handen beet en draait ze zo dat de handpalmen naar boven liggen. " Dit kan pijn doen," zegt zij terwijl zij een potje zalf op haar schoot zet. Alex glimlacht naar haar en kijkt Nahal weer aan. Nahal trekt vragend zijn wenkbrauwen op. " Wie ben ik?" vraagt Alex en hij wil zijn vuisten ballen als Tarhaï zalf op de wonden smeert en deze beginnen te branden. " Jij bent Alex Esva, zoon van Amsir, De Draak, Esva en zoon van Xa'Andra, Godin van de Winden" Alex glimlacht en schudt zijn hoofd. " Kun jij mij uitleggen hoe het mogelijk is dat ik de zoon ben van een Keizer die al sinds miljoenen Jartrons dood is?" " Amsir Esva was een HalfGod en Xa'Andra was een Godin. Tel één en één bijelkaar op en je hebt twee!" " Ik heb, bij de Heilige Draak, geen les nodig in optellen, Elf!" bijt Alex Nahal toe. " Ik vraag jou om een antwoord en ik wil eerlijk weten of jij dat antwoordt kunt geven en als jij dat kan dan wil ik het antwoord ook hebben!" " Ik heb die antwoorden niet, Alex Esva," zegt Nahal. " Ik weet alleen dat jij op de juiste tijd hier bent en dat wij moeten beginnen met jouw training. Ik ken jouw ouders en ik was erbij toen Amsir stierf! Ik was Amsir's RaadsHeer en ik heb gezien hoe de vijand, de Duisternis zijn plannen in werking stelde door Amsir te vermoorden!" " Dat was vijfenzestig miljoen Jartrons geleden!" zegt Alex verbaasd.
" En die Amsir is mijn...was mijn vader?" Nahal knikt. " Dat is correct." " Hoe is dat mogenlijk?" vraagt Alex. " Hoe is het mogenlijk dat mijn vader vijfenzestig miljoen Jartrons geleden leefde en ik nu pas achttien Jartrons oud ben?" Nahal kijkt de jongen lang aan. " De wegen van de Goden zijn niet altijd logisch, Alex. Jij bent de Erfgenaam van Amsir Esva en jij zult zijn taak moeten voltooien. Ik heb niet alle verduidelijkende antwoorden op jouw vragen." " Wat was zijn taak, Nahal?" vraagt Alex. Nahal zucht diep. " Het was Amsir's taak om de DrakenGordel te herstellen zodat de Demonen en de Duisternis niet langer een gevaar vormden voor de vier werelden die samen ooit de DrakenGordel vormden. Helaas kreeg Amsir niet de kans om zijn taak te voltooien en de DrakenGordel dreef uit elkaar. Oorlogen dreven de volkeren uit elkaar en de volkeren keerden zich tegen elkaar en sloten zich voor elkaar af. De Werelden dreven uitelkaar en de Duisternis zond zijn handlangers over de werelden zodat de volkeren zich tegen elkaar keerden! De Poorten werden onstabiel en onberekenbaar. Nu de Duisternis zich opnieuw voorbereid de werelden zichzelf toe te eigenen en zij nu de Goene Wereld al in hun macht hebben, zal het niet lang duren voordat zij de Poorten ontdekken en zullen proberen de andere drie werelden aan hun rijk toe te voegen!" " En jullie verwachten van mij dat ik hen stop?" vraagt Alex. " Hoe? Met wat? Met wie?" Nahal glimlacht. " Dat zal ik jou gaan leren, Alex Esva. Jij draagt nu één van de Heilige Regalia. Jouw zwaard zal een gedeelte van jouw kracht zijn. De DrakenMagie in jouw bloed zal het andere gedeelte zijn. Ik zal jou leren hoe jij de DrakenMagie moet gebruiken en anderen zullen jouw leren hoe jij oorlog moet voeren en hoe jij wapens op de juiste manier moet hanteren."
Alex zucht diep en blaas zijn adem en neemt vervolgens een lange bedachtzame trek van zijn sigaret. " Ik zal leren hoe ik..." De jongen kijkt naar de schede en het zwaard die op de tafel liggen. " Dat zwaard moet gebruiken en hoe ik oorlogen moet voeren. Als ik daadwerkelijk magie in mijn bloed heb, zal ik die eveneens leren gebruiken. Maar begrijp mij goed! Als de Rasteks van Xit zijn verdwenen dan zal ik terug gaan naar het Zevende District en door gaan met mijn school en met een opleiding tot piloot. Daarna zal ik mijn moeder opvolgen als Consul en gelukkig zijn met vrouw en kinderen en een huisdier en een woning!" " Denk jij werkelijk dat het zo gemakkelijk zal zijn, Alex Esva?" vraagt Nahal. Alex kijkt de Elf aan met een dreigende blik. " Ik zal het zo gemakkelijk maken, Nahal! Niemand bepaald mijn lot behalve ikzelf!" " Jij weet niet wat er allemaal staat te gebeuren, Alex Esva! Denk jij werkelijk dat jij jouw Lot in eigen hand kunt nemen? Geloof mij, jongen, ik heb het geprobeerd! Niemand anders dan de Goden bepalen jouw Lot! Ik leef al sinds eonen, en zelfs ik heb mij neer moeten leggen bij de keuzes en de wensen van de Goden! Wij bepalen ons Lot niet zelf, Alex. Wij passen ons aan ons Lot aan!" " Dan wordt het tijd dat daar verandering in komt," zegt Alex resoluut. " Jij zegt dat ik de zoon ben van Amsir Esva, nietwaar? Wat betekent dat?" Nahal tuit zijn lippen. " Dat jij de Keizer bent van de DrakenGordel en dat jij de zorg draagt voor de vier Per'L'Inda's!" Alex fronst. " Huh?" zegt hij. " jij, Alex Esva, bent van Keizerlijke Bloede. Jouw bloed is vermengt met dat van de Goden en jij zult zorg dragen voor de Vier Werelden en hun Kristallen!" " De gebundelde Magie van de Werelden," zegt Alex. Nahal knikt instemmend. " Precies. Heb jij dingen gezien tijdens het ZwaardRitueel?" Alex sluit zijn ogen en buigt het hoofd. " Ja," zegt hij zacht. " Ik heb dingen gezien en ik zag mijn moeder, mijn echte moeder!" Nahal kijkt de jongen lang en doordringend aan. " Xa'Andra?" vraagt hij. Alex knikt. " De Godin van de Winden. Ik weet wie zij is, Nahal. En ik weet nu wie mijn Grootvader is! Ik weet wie mijn Grootvaders zijn!" Nahal zucht diep. " Het was onvermijdelijk dat jij er achter zou komen, Alex. Misschien is het wel beter dat jij het weet." " Ik heb een Zuster, Nahal," zegt Alex en hij kijkt de Elf aan terwijl hij een trek neemt van zijn sigaret. " Vertel mij alles, Nahal! Vertel mij over de Heilige Regalia en vertel mij over de Ridders van de Orde van de Draak! Vertel mij over mijn..mijn vader!" Nahal knikt bedachtzaam en kijkt de jongen vervolgens aan. " Wat wil jij weten?" " Begin met mijn vader. Wie was hij?" " Amsir Esva," zegt Nahal. " Hij was een imposante man en de zoon van de Heilige Draak. Zijn hart bevondt zich op de juiste plaats en hij wilde de zwakken helpen waar hij kon. Dat sierde hem meer dan het feit dat hij een Keizer was. Amsir was een HalfGod, net als jij. Het zwaard wat jij uit de steen hebt getrokken was het zijne en alleen iemand van zijn goedheid heeft de mogenlijkheid het zwaard te hanteren. Excalibur is niet vaak gedragen maar allen die het zwaard hebben gedragen hebben het gebruikt in een strijd tegen de Duisternis. Xa'Andra en Amsir waren gelukkig samen, maar zij waren niet getrouwd tot op het laatse moment, vlak voor Amsir's dood. Het huwelijk tussen Amsir en Xa'Andra heeft in feite geleidt tot het begin van het einde. Yaxatl, de Duistere, is de Grootvader van Xa'Andra en de God van de Demonen en hij wil de vier werelden hebben om ze de zijne te maken." Alex kijkt Nahal verbaast aan en de Elf glimlacht. " Zelfs de Demonen geloven, Alex, en zelfs de Demonen hebben Goden. Demonen leven van de angst van de stervelijken en daar maken zij misbruik van. Demonen leven vaak van de angst van de stervelijken! Het voedt hen en geeft hen hun kracht. Dit betekent niet dat, als jij hen tegemoet treedt zonder angst, zij zwakker zijn. Demonen blijven krachtiger dan de gewone man of vrouw. De enigen die het ooit gelukt is om Demonen angst aan te jagen dat zijn de..." " De Mog-Urs," zegt Alex en hij grinnikt zachtjes. " De Mog-Urs dienen Ewarsti en Ewarsti is een DemonenJager! Het is logisch dat de Demonen de hen vrezen." " En het is goed dat jij een vriend van de Mog-Urs bent, Alex. Sarb is al heel lang jouw vriend, evenals Enimara." " Jij klinkt bijna verbaast, Nahal," zegt Alex.
" Ik ben de zoon van Consuls. Het is logisch dat ik mensen van vele werelden ken." Nahal knikt. " Klopt, maar ik durf bijna te zweren dat iedereen die jij kent een speciale gave heeft die hen met jou verbindt!" Alex fronst bedenkelijk. " En de reden daarvoor is...?" vraagt hij aan de Elf. " Jij, mijn jongen, bent de Erfgenaam. Jouw Lot is het om de Volkeren te herenigen en hen te binden met de vier werelden die samen ooit een Rijk vormden en de werelden terug brengen naar waar zij ooit samen waren!" " En hoe moet ik dat voor elkaar krijgen? Ze met een vloot van Trekschepen terug slepen naar hun oorspronkelijke positie?" Alex denkt even na. " Jij doelt op de Kristallen! De Per'L'Inda's!" Nahal knikt. " De Stenen Der Wijsheid, inderdaad," zegt hij. Alex kijkt de Elf verwart aan. " Hoe komt het dat ik dat weet, Nahal?" vraagt hij. " Hoe komt het dat ik weet hoe ik oorlogen moet voeren met wapens die ik nog nooit heb gezien, laat staan ooit in de hand heb gehad?" " Omdat jouw vader, Amsir Esva, nu een deel van jou is, Alex. Hij is het altijd geweest maar nu heeft zijn wetenschap een plaats in jou gevonden en jij moet leren er gebruik van te maken!" Alex richt zich op en recht zijn schouders. " Leer mij wat ik moet weten, Nahal! Leer mij alles wat ik moet weten! Als het mij een mogenlijkheid verschaft om de Rasteks terug te drijven dan zal ik het leren!" Nahal knikt. " Ik zal het jou leren, Alex Esva." Alex kijkt naar het zwaard en strekt zijn hand er naar uit. Hij sluit zijn hand om het gevest en voelt een energie door zijn lichaam vloeien. " Ki Ami Alex Esva!" fluistert hij. " Ki Ami Mir-Dan!" De jongen kijkt Nahal aan. " Geef mij drie paarden en wapens naar mijn keuze, Nahal. Laat mij mijn moeder bevrijden en laat mij de Xittanen helpen te ontsnappen!" Nahal haalt diep adem en knikt vervolgens. " Goed, Alex. Ik zal het jou toestaan en ik weet dat jij het toch wel gedaan zou hebben als ik er niet mee ingestemd had. Ik ben het er niet mee eens maar ik heb jou nodig, jongen! Jij hebt een taak te vervullen! Ga! Ga en keer terug naar Praeltr als jij gedaan hebt wat jij moet doen!" Alex knikt dankbaar en draait zich om. Tarhaï staat in de deuropening en zij kijkt de jongen lang aan. " Ik zal meegaan," zegt zij en kijkt langs Alex heen naar Nahal. Nahal knikt. " Neem Emei'Ya en Feh'Uari eveneens mee, Tarhaï. Jullie zullen alle hulp nodig hebben die jullie kunnen krijgen!" Alex haalt diep adem en verlaat de ruimte. Tarhaï kijkt Nahal aan. " Is dit verstandig?" vraagt zij. Nahal tuit zijn lippen en knikt vervolgens. " Dit is de enige beslissing die genomen kan worden, Tarhaï. De enige manier waarop de jongen overtuigd kan worden van zijn eigen krachten." Tarhaï haalt diep adem. " Hij is sterk, Nahal. Maar tevens beinvloedbaar. De Duisternis zal dit weten en daar gebruik van maken!" " Daar ben ik het mee eens," zegt Nahal. " Maar de jongen is sterk. Ik vermoedt dat hij sterker is dan zijn vader het was en zelfs sterker dan zijn grootvader of zijn moeder." " Sterker dan de Goden?" vraagt Tarhaï. Nahal knikt bedachtzaam en begint zijn pijp te stoppen. " Ik heb daar geen twijfels over, Tarhaï. Jij hebt het eveneens gezien. De Godin van de Winden. Xa'Andra vertoonde zich. Voor het eerst sinds het uiteen drijven van de DrakenGordel heeft zij zich weer vertoond." " Zij leeft dus nog, dat wisten wij. De vraag is alleen wiens zijde zij zal kiezen, Nahal. Die van ons of die van haar vader!" Nahal knikt. " Ik hoop de goede, Tarhaï. Als zij de zijde van de Duisteren heeft gekozen dan blijft er voor Alex geen andere keuze over dan haar te doden! En dat zal niet gemakkelijk zijn, Tarhaï. Het kan zelfs leiden tot zijn ondergang!" Tarhaï kijkt Nahal geschokt aan." Nee," fluistert zij en zij kijkt naar de vloer. " Ik zal het niet toestaan!" Nahal kijkt lang naar haar en glimlacht even kort. " Ik ga de jongen opleiden, Tarhaï. Hij zal van mij alles leren wat hij moet leren om te kunnen overleven, dat beloof ik jou." Tarhaï knikt bijna op een dankbare manier en Nahal houdt zijn hoofd schuin terwijl in zijn goudkleurige ogen pretlichtjes glinsteren. " De grote en trotse Tarhaï heeft haar gevoelens herontdekt?" vraagt hij. Tarhaï kijkt Nahal woedend aan. " Pas op met wat jij zegt, Nahal!" bijt zij hem toe. " Jij mag dan mijn schoonbroer zijn, maar als jij hier met iemand over praat dan zal ik mijn wraak nemen!" Tarhaï draait zich om en loopt met stevige tred weg en Nahal kijkt haar na terwijl er een tevreden glimlach rond zijn lippen verschijnt.
KLIK HIER OM TERUG TE GAAN NAAR DE STARTPAGINA
KLIK HIER OM TERUG TE GAAN NAAR DE INHOUDSOPGAVE
Klik hier om naar hoofdstuk 8 te gaan